Hoog sensitieve kinderen zijn vaak heel visueel ingesteld en denken (deels) in beelden en gebeurtenissen. We zeggen dan dat ze de voorkeur hebben voor het visuele geheugensysteem. In de volksmond wordt dat beelddenken genoemd. Beelddenken is een razendsnelle en associatieve manier van denken. Dat maakt dat er heel veel gebeurt in het hoofd! Reuze gezellig en soms voelt het ook TE DRUK & VOL.

Voordelen & uitdagingen
Zoals alles twee kanten heeft, brengt ook beelddenken voor- en nadelen met zich mee. Zo hebben gevoelige kinderen door hun visuele manier van denken vaak geweldige ideeën en originele oplossingen, kunnen ze het totaalplaatje overzien en iets letterlijk en figuurlijk van alle kanten bekijken. Een grote kwaliteit! Uitdagingen zijn er ook. Eén van de grootste is dat ze een heel druk en vol hoofd kunnen hebben. Bij de Ik leer anders+ begeleiding staan we hier ook bij stil. In de eerste plaats door kinderen inzicht te geven, zodat ze begrijpen wat maakt dat hun hoofd soms zo VOL zit. Dit inzicht versterkt het zelfvertrouwen en zorgt ervoor dat ze bewuster hun aandacht kunnen richten. Dit samen met concrete tools helpt om het hoofd rustiger te krijgen en de concentratie op school te vergroten.

Een kijkje in mijn hoofd
Ook voor ouders en leerkrachten is het belangrijk om inzicht te hebben in wat er gebeurt in het hoofd van een gevoelige beelddenker. Zodat je makkelijker voorbij het drukke gedrag kan kijken en het kind kan helpen om meer rust te creëren in het hoofd. Daarom hier een kijkje in het visuele hoofd van een gevoelig kind:

Vol en druk hoofd, beelddenken, “Ik denk zoveel! De hele dag door springt het in mijn hoofd van het ene naar het andere. Heel snel ook. Soms zo snel dat ik zelf niet weet wat ik denk. Dan hoor ik opeens de juf zeggen dat ik door moet werken. Ook ‘s nachts denk ik nog, maar dan zijn het dromen. Soms willen Mama, Papa of de juf weten wat er in mijn hoofd gebeurt, maar wat ga ik dan vertellen? Alles is belangrijk voor mij en ook alles heeft met elkaar te maken. Soms wel via een omweg. Maar toch zit het wel aan elkaar vast. Dus over welke plaatjes ga dan vertellen? Misschien neem ik niet het goede. En dan? Worden ze dan boos? Teleurgesteld? Verdrietig? Dat wil ik niet. Dan word ik ook verdrietig. En ze hebben het al zo druk. Ze werken hard. Ook voor mij, zeggen ze. Toch vergeet ik best vaak dingen. Bijvoorbeeld mijn tanden poetsen. Ik heb de tandenborstel al in mijn mond en toch vergeet ik te poetsen. Dat is wel gek. Zeker als je zoveel denkt. Dan kan je toch ook aan poetsen denken? Ik snap het zelf ook niet. Ik ben wel een beetje gek. Ze moeten me steeds achter mijn vodden aan zitten. Waar zitten die eigenlijk, je vodden? Mijn zusje niet. Die luistert heel goed, zegt Mama. Wat gek is, want zij hoort de wekker van Papa en Mama nooit. En ik wel. Ook al staat die op zolder en slaap ik een verdieping lager. Ik zou mijn kamer ook wel op de zolder willen hebben. Dat vind ik stoer. Een hele eigen verdieping. Maar dan moet ik in de winter wel die koude trap af als ik moet plassen. En het ruikt er ook anders. Ouder. En in het donker vind ik die schuine muren opeens niet meer zo leuk. Want daar kan iets verstopt zitten. En als Papa en Mama dan ’s avonds nog tv kijken, zijn ze zo ver weg van de zolder. Papa gaat soms ook ver weg. Voor zijn werk. Dat vind ik eng. Want een vliegtuig kan neer geschoten worden. Dat heb ik op tv gezien. Mama zegt dat dat hier niet gebeurt. Maar hoe weet ze dat nou? Ze kunnen heel ver schieten. Ik kan ook ver schieten. Maar alleen als ik m’n goede schoenen aan heb. Laatst had ik die blauwe aan, maar die zitten niet lekker bij mijn tenen. Dan kan ik ook niet goed de bal raken, want dan voel ik steeds dat mijn grote teen niet blij is. Met die blauwe schoen. Toch moet ik ze dragen. Ze waren duur en ik wilde ze graag hebben, zegt Mama. Ik vond ze ook echt mooi. En toen ik ze paste, zag ik alleen maar die mooie blauwe kleur. Daardoor voelde ik dat van m’n grote teen niet. Omdat het blije gevoel toen zo groot was dat ik mijn grote teen niet kon verstaan. Vroeger speelde Mama altijd muziek met m’n tenen. In bad. Do, Re, Mi, Fa…. Ik moest dan altijd hard lachen! Maar niet als er water in m’n ogen kwam! …………………………… etc. etc.”

 

Begrijp je me nu wat beter?

Meer informatie