Van de week had ik de 12-jarige Bas in mijn praktijk voor de ‘Ik leer anders+’ training. Bas is een lieve, enthousiaste en slimme jongen. Hij heeft altijd iets in zijn handen, waarmee hij speelt of frunnikt. Deze keer was het een onderzetter, die rond gedraaid en opgegooid werd, terwijl we het over meerkeuze vragen hadden. Ik legde Bas en zijn moeder uit dat dergelijke vragen voor beelddenkers vaak lastiger zijn dan voor taaldenkers. Om dat te illustreren, stelde ik hen de volgende Cito vraag:
Verwonderd
Bas keek me aan en zei: “Dat hangt ervan af. Zit hij nog in de grond? En mogen de takken blijven zitten?” Zijn moeder keek hem verwonderd aan en snapte werkelijk niet dat deze vragen in hem op kwamen. Als taaldenker had ze namelijk meteen het ‘recht-toe-recht-aan’ (=lineaire) antwoord: 3 keer zagen. Dat begreep Bas weer niet. “Dat kan je helemaal niet weten, want er is te weinig informatie gegeven”. Dus tekende ik dit schema en legde ik hen daarbij uit:
Een taaldenker denkt lineair. Hij bekijkt een vraag vanuit één kant en kan daardoor tot één antwoord komen. Dat is dan vaak het ‘goede’ antwoord, omdat de vragenmakers ook lineair denken. Een beelddenker kan zaken van alle kanten bekijken. Ook een vraag. Hierdoor zien ze meerdere antwoordmogelijkheden. In het geval van de boomstam is 4 keer zagen het goede antwoord, als de boom nog met z’n wortels in de grond zit en dus eerst nog omgezaagd moet worden. Moeten de takken er ook nog af, dan is 5 keer zagen het juiste antwoord. Maar ook 2 keer zagen kan het goede antwoord zijn, wanneer je een keer horizontaal en verticaal zaagt. Dus ja; ‘wat willen ze nu van mij horen?’, stelt een verwarde beelddenker zich af. Hij kan er door blokkeren en onzeker worden.
Geen MC vragen meer
Het liefst zou ik zien dat meerkeuze vragen helemaal geschrapt worden. Geef kinderen open vragen en laat ze hun antwoord toelichten! Ik denk dat menig leraar dan zeer verrast en geïnspireerd kan worden door de creatieve antwoorden van veel kinderen (er zijn onderzoeken die stellen dat zo’n 60% van de leerlingen een voorkeur heeft voor het denken in beelden!).
Wat bewijst het?
Tot het zover is, is het van groot belang dat zowel leerlingen als leerkrachten weten dat een ‘fout’ beantwoorde meerkeuzevraag NIET perse bewijst dat je iets niet weet of snapt! Het geeft (mogelijk) aan dat je een creatieve beelddenker bent! En de wereld heeft die ook hard nodig!
En Bas?
Bas weet nu hoe hij kan leren op een manier die aansluit bij zijn visuele geheugensysteem. Voor hem geen spellingsregels meer (die hij wel kon opdreunen, maar niet toepassen) en de tafels ziet hij nu voor zich! Belangrijker nog: hij begrijpt hoe zijn hoofd werkt en weet dat dat alles behalve een probleem is; het is een TALENT! In de toekomst wil hij vanuit dit talent andere kinderen gaan inspireren. Hij wil namelijk leraar voor groep 8 worden!! En ik weet het zeker dat Bas op zijn eigen manier bijdraagt aan een vorm van onderwijs dat recht doet aan alle talenten! Go Bas!