De weerstand tegen de Cito-kleutertoetsen groeide niet alleen onder ouders, maar ook bij leerkrachten. Ook de Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs zegt dat de afschaffing zeer terecht is en juicht dat om de volgende redenen toe:
- De Cito-kleutertoetsen zijn oneigenlijke meetinstrumenten. De uitslag geeft immers slechts aan hoeveel een kind afwijkt van het gemiddelde. En of die afwijking nu komt omdat een kind ergens nog niet aan toe is of dat de oorzaak elders ligt, daar kan een Cito-toets geen onderscheid in maken.
- De Cito-kleutertoetsen toetsen stof waar kleuters nog niet aan toe zijn en het taalgebruik sluit niet aan bij hun ontwikkeling.
- Er is een reëel alternatief voor de Cito-kleutertoets.
Net zoals de Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs ziet Praktijk Eigentijdse Kinderen het schrappen van de Cito-kleutertoetsen als een kleine, eerste stap in de richting van goed en verantwoord onderwijs. Maar dan voor alle kinderen. Want bovenstaande argumenten gelden voor kinderen van alle leeftijden! Immers, een D-score op een Cito-rekentoets van een kind uit een groep 6 zegt ook alleen maar iets over de mate waarin hij afwijkt van het gemiddelde! Het geeft geen compleet beeld van de rekencapaciteiten van dit kind. Die D-score kan zoveel oorzaken hebben; misschien zat het kind die dag niet lekker in zijn vel, werd hij erg afgeleid door andere kinderen, was hij overprikkeld of had hij zoveel last van de prestatiedruk dat hij niet meer ontspannen de toets kon maken.
Ook het tweede argument van de werkgroep kunnen we breder trekken. Voor alle kinderen geldt namelijk dat als ze taken moeten uitvoeren, die niet aansluiten op de ontwikkelingsfase van de hersenen van het kind, dat dat stress oplevert. Door deze stress duurt het langer voordat de kinderen een sprong maken naar de volgende fase. Dit kan erg frustrerend zijn. Zeker hoog sensitieve kinderen hebben hier moeite mee, want zij voelen feilloos aan dat ze niet aan de verwachtingen voeldoen. Hierdoor kan het kind een negatieve conclusie over zichzelf trekken en cognitieve faalangst ontstaan. Bied je echter de lesstof aan op een moment waarop de hersenen er wel aan toe zijn, dan maakt het kind zich de stof sneller en zonder stress eigen. Hij heeft een succes ervaring opgedaan en groeit in zelfvertrouwen!
Naast een goede timing is het ook belangrijk dat de wijze waarop de lesstof aangeboden wordt, aansluit op de manier waarop het kind informatie verwerkt. Howard Gardner, grondlegger van de theorie van de “meervoudige intelligentie” gaf dat al aan. Gardner onderscheidt acht intelligenties, waaronder visuele intelligentie. Ieder mens bezit ze alle acht, maar vaak zijn er maar een paar sterk zijn ontwikkeld en deze bepalen de manier waarop men leert. Door hierop aan te sluiten en de voortgang door de leerkracht en een aantal methodetoetsen bij te houden, krijg je een veel beter en completer beeld van de capaciteiten van een kind!
Meer informatie