Cas is afgelopen week gestart in groep 4. Hij heeft een nieuwe juf. Een juf die onder de kinderen bekend staat als de strengste van de hele school. Cas vindt het moeilijk met haar, want – zo vertelt hij – ze is vaak boos. Hoewel de juf niet boos op hem is, maakt dat het niet minder heftig voor Cas. Hoe komt dat? En hoe kan de juf Cas helpen?
Schreeuwen
Als een volwassene geïrriteerd of gefrustreerd raakt of stress heeft, verheffen we vaak onze stem. Dit ervaren hoog sensitieve kinderen als hard schreeuwen, omdat geluiden nu eenmaal veel heel harder bij hen binnen komen knallen. Daar schrikken ze enorm van en hun eigen schrikreactie, zowel fysiek als emotioneel, ervaren ze heel intens. Daarnaast is voor hen ook de boosheid van de ander heel goed voelbaar, zelfs als die deze probeert te onderdrukken.
In het geval van Cas is het zo dat hij de boosheid van de juf zó intens ervaart, dat het voor hem voelt alsof de juf boos is op hém. Dit vergroot zijn schrikreactie. Ook gaat zijn hoofd ermee aan de slag. Het gaat dubben en vraagt zich van alles af: Wat is er gebeurt? Heb ik misschien iets fout gedaan? Hoe lang zal ze boos blijven? Gaat ze nog meer schreeuwen? Gaat ze straf geven? Kan ik de juf nu nog wel een vraag over die moeilijke som stellen? Eigenlijk moet ik naar de wc, maar ik kan het maar beter ophouden, want straks wordt ze daar ook boos over. Enzovoorts enzovoorts.
Anticiperen
Nu Cas heeft ervaren heeft dat zijn juf boos kán worden, neemt zijn hoofd deze mogelijkheid mee bij het maken van een risico analyse. Dit is een vorm van anticiperen op wat er komen gaat. Ieder hoog sensitief kind en volwassene doet dit dagelijks (bewust of minder bewust). Als het hoofd van Cas zich nu mentaal voorbereid op de schooldag, concludeert het dat als de juf boos kan worden op iemand ánders uit de klas, zij ook boos op hem kan worden. Hoe vaker de juf uitvalt en hoe onzekerder Cas zich voelt, hoe groter hij het risico acht dat ze ook boos op hem zal worden. Dat wil hij absoluut niet en daarom staat hij op scherp. Hij is hij alerter op signalen die erop kunnen duiden dat de juf boos wordt. En hoe waakzamer hij is, hoe meer spanning hij ervaart en hoe sneller hij overprikkeld kan raken. Dit heeft uiteraard consequenties voor de mate waarin hij zich kan concentreren en in staat is om zijn werk te maken.
Uit verbinding
Wat er op een subtiel niveau gebeurt als een volwassene schreeuwt of geïrriteerd raakt, is dat we uit verbinding gaan met het kind. Dat is voor een hoog gevoelig kind heftig. Een jong kind is immers voor zijn gevoel van veiligheid afhankelijk van een volwassenen. Op school is dat de leerkracht. Die vormt zijn anker, zijn veilige haven. Als Cas voelt dat de juf door haar boosheid uit verbinding gaat, verliest hij op dat moment z’n anker en voelt hij zich minder veilig. Niet zo vreemd dus dat dit voor Cas heftig is!
Wat kan de leerkracht doen?
In een ideale wereld hebben leerkrachten de ruimte om hun vak op een ontspannen wijze in te vullen, waardoor ze op een rustige manier reageren op hun leerlingen. Helaas is de wereld niet ideaal en weet ik dat veel leerkrachten vaak overvraagd worden. Ik begrijp goed dat ze daardoor soms uit de bocht vliegen (zoals ouders dat ook kunnen doen). Ook snap ik dat sommige leerlingen een wat strengere aanpak nodig hebben.
Tegelijkertijd is het ook goed dat leraren begrijpen welke impact dit heeft op hoog gevoelige kinderen. En dat ze weten wat ze kunnen doen als ze een keer uitvallen. En dat is het volgende: maak – als je weer rustiger bent geworden – opnieuw verbinding met het gevoelige kind. Dat kan heel eenvoudig door even oogcontact met hem te maken en te glimlachen of een knipoog te geven. Of loop even naar het kind toe en leg je hand op zijn schouder. Vraag hoe het met hem gaat of benoem even kort dat het niets met hem te maken heeft. Zo ga je weer in verbinding en stel je het kind gerust!
Voor meer inzichten en praktische tips voor leraren: Studie(mid)dag ‘Begrijp hoog sensitieve leerlingen in de klas’.